Swecon

Graafmachines continu in gebruik – dankzij optimale opslag van reserveonderdelen 

Als een reserveonderdeel voor een Volvo-bouwmachine niet aanwezig is bij een van de vele Swecon-vestigingen en -dealers in Noord- en Midden-Duitsland, wordt het meteen in een van de centrale magazijn van Swecon in Bochum of Gera besteld. Dankzij de verticale Hänel liften van het type Lean-Lift® en de Hänel paternostersystemen van het type Rotomat® worden de bestelde reserveonderdelen onmiddellijk 's nachts op bouwplaatsen geleverd. In de centrale magazijnen worden hierbij alle processen centraal via het IT-systeem op de MS Dynamics Navision-server in het Duitse hoofdkantoor van Swecon Baumaschinen GmbH in Ratingen opgeslagen en bestuurd.

Swecon handelt in bouw- en industriële machines van het merk Volvo Construction Equipment en in de bijbehorende reserveonderdelen en voert daarnaast onderhouds- en reparatiewerkzaamheden met de eigen technische dienst uit. Bovendien beschikt Swecon over een hoogwaardig bouwmachinepark met een gevarieerd verhuuraanbod. De vele vestigingen in Noord- en Midden-Duitsland garanderen samen met de dealers uitgebreide ondersteuning voor vrijwel elke Volvo-bouwmachine.

Ideale mix van Rotomat® en Lean-Lift®

In het centrale magazijn van Swecon in Bochum zijn ongeveer 38.000 reserveonderdelen permanent op voorraad. Elke dag worden 's nachts ongeveer 250 onderdeelzendingen naar bouwplaatsen, grindgroeven of steengroeven verzorgd, waar de te repareren bouwmachine ook wordt gebruikt. In vijf ruimtebesparende Hänel Rotomat® paternosterkasten en drie Hänel Lean-Liften® zijn ongeveer 18.000 kleine artikelen voor snelle toegang in bakken ondergebracht en daarbij tegen stof en licht beschermd.

Martin Schmid, hoofd van de afdeling Reserveonderdelen van Swecon, legt uit:
"Veel artikelen, zoals oliekeerringen of rubberen pakkingen, hebben dezelfde vorm en grootte en zijn optimaal in de gelijkvormige opslagbakken van de Hänel Rotomat® paternosterkasten ondergebracht. In het centrale magazijn in Gera konden we zelfs alle kleine onderdelen in slechts twee Rotomat® paternostersystemen onderbrengen."

Veel ruimte innemende kleine onderdelen zijn daarentegen qua hoogte geoptimaliseerd op containers van de verticale Lean-Liften® opgeslagen. Door het kleine plaatsingsoppervlak van de paternostersystemen en verticale liften kon het grootste deel van het voormalige vakbodemstellingsysteem van 400 m2 opgeheven en de waardevolle vrije ruimte voor andere doeleinden, zoals verzending, gebruikt worden. De bakken van het voormalige vakbodemstellingsysteem worden nog steeds gebruikt op de containers en draagsets van de Hänel magazijnsystemen.

Snel en comfortabel picken in het magazijn

Dankzij het snel picken volgens het 'artikel-naar-bediener'-principe zijn de picktijden flink verkort, met ongeveer 20 procent. Als er met een pc in het centrale magazijn in Bochum of Gera een onderdeelzending in werking wordt gezet of als hiermee inkomende artikelen worden geregistreerd, worden de desbetreffende ordergegevens via het IT-netwerk onmiddellijk door het magazijnbeheer van het ERP-systeem Microsoft Dynamics Navision naar de Hänel magazijnsystemen verzonden.

Deze magazijnsystemen zijn in het netwerk en in de groep naadloos met de Swecon-server in het hoofdkantoor in Ratingen verbonden.

Als er artikelen binnenkomen, worden er barcode-etiketten afgedrukt. Deze stickers worden op de artikelen aangebracht. Om het totale aantal artikelen op voorraad constant te houden, pickt de ene magazijnmedewerker en slaat de andere op hetzelfde moment de binnengekomen artikelen geautomatiseerd op door de stickers te scannen.

Bij het picken wordt de juiste Lean-Lift® container of Rotomat® draagset geautomatiseerd naar de werkopening getransporteerd door de barcode van de stickers voor de zakjes te scannen. Het aantal uit te nemen artikelen wordt op de elektronische picklijst op de tablets met WiFi weergegeven. Deze tablets zijn op de pickkarren geïnstalleerd. Nadat de picklijsten zijn afgewerkt, worden ze onmiddellijk automatisch gewist. Met de pickbalken worden foutieve pickprocessen voorkomen. Na een pickproces wordt met de groene toets het volgende item aangevoerd en zo wordt het picken of opslaan afgehandeld.

Artikelpool en voorraadbeheer

Dankzij het artikelpool- en voorraadbeheer zijn alle artikelgegevens zonder vermelding van de opslagplaats al in de afzonderlijke microprocessorbesturingen opgeslagen. De artikelvoorraad, minimumvoorraad of speciale gegevensvelden hoeven daarom bij het picken of opslaan niet opnieuw te worden ingevoerd.

Rekening houden met de bundelhoogte bij het zoeken naar opslagplaatsen
In het magazijnbeheersysteem zijn ook de afmetingen en gewichten van de bundels opgeslagen. Bij het zoeken in meerdere liften naar een opslagplaats wordt dus rekening gehouden met de hoogte van de artikelen die moeten worden opgeslagen. Op deze manier kunnen bundels met een individuele of vaste hoogte op containers worden verzameld. Schmid licht toe: "Veel bundels hebben dezelfde grootte. Met deze feature zijn vooral de Hänel Rotomat® paternosterkasten met de gelijkvormige bakken optimaal in de groep geïntegreerd."

Flexibele en veilige verstrekking van opslagplaatsen

Als de voorraad op is, wordt de opslagplaats meteen weer vrijgegeven door het centrale magazijnbeheer. "Op deze manier blijven we zo flexibel mogelijk in het magazijn. Opslagplaatsen kunnen voor de veiligheid niet ter plekke op de Rotomat® of Lean-Lift® worden aangemaakt. Met de eenvoudige FTP-interface met de Hänel microprocessorbesturingen is dit makkelijk realiseerbaar door de verstrekking van opslagplaatsen te blokkeren. Alle boekingsprocessen met betrekking tot de op- en uitslagbewegingen worden voor de transparante terugkoppeling naar het WMS in een bewegingsjournaal vastgelegd. In aanvullende gegevensvelden kunnen daarbij order- of kostenplaatsnummers en opslagplaatsen worden ingevoerd en er kunnen gebruikersgegevensvelden worden ingevuld", zegt Schmid en hij resumeert: "Op deze manier wordt een maximale transparantie en optimalisatie van alle magazijnen, opslageenheden en opslagplaatsen bereikt. Al met al resulteert dit in een foutenpercentage van ver onder de 1 procent."